In de tweede maand van het nieuwe jaar 1983 te Brighton,
Ontstond in een bed and breakfast pensionnetje,
Doordrenkt met de geur van gebakken eieren en saucijsjes,
Een wonder,
Immers bezwangerd door liefde,
Pas maanden later,
Terwijl de vogeltjes vloten,
Kon ik niet ontkennen,
Dat het geliefde vruchtje in mij,
Bijzonder aanwezig was,
Het groeide veilig zonder problemen,
En in de laatste maand van het jaar,
Met wat moeite mijnerzijds,
Aanschouwde Tijs,
Slim als hij toen al was,
Bijna gelijk met Jezus,
Het levenslicht,
Hoezee!
O, de liefde,
Ja, de liefde,
Ja, de liefde is zo fijn,
Soms hou je er wat moois aan over,
Maar meestal verzengende pijn.