In vele soorten zijn ze daar,
De meningen zij verdeeld,
Wanneer het gepast is,
Ze te benutten
Veertien was ze,
Toen pa oreerde,
Lellebel,
En weet het aan de pubertijd,
En of je wel eens nadacht
De jaren zijn versteken,
Gelukkig geen spat veranderd,
Derden zeggen lellebel,
Op jouw leeftijd
Nou ja, pas veertig en nog niet wijs
Gezegend zijt gij,
Oh, deerne in minuscule kledij,
Galoppeert door de velden,
Wappert door de wind,
Geen manspersoon te vinden,
Die dat niet lekker vindt.