Metamorfose

Zij wist niet,
Dat de verandering,
Die zij voelde,
Ergens op leek,
Het voelen kon zij echter niet thuisbrengen,
Ze wist wel,
Dat er sinds enige tijd,
Een paar snorharen groeide,
En ook had zij enorme jeuk bij haar staartbeentje,
Haar woorden werden soms vervormd,
Tot een katachtig geschreeuw,
Ze wist dat ze niet meer paste in dit leven,
Haar geboortedag naderde,
Ze zag het met lede ogen aan,
Het feest,
Welke zij had voorbereid,
Werd een loden last,
De grote dag werd een kater,
Die zij na haar metamorfose,
Op het dak doorbracht.

Liefde #4

Op die ochtend,
Vierenveertig jaar terug,
Leek het lente,
Nee, het was lente,
En omdat er een bijzonder kindje geboren werd,
Scheen de zon,
Zijn moeder vond hem een Jezus,
Ze noemde hem toch maar René,
Al was het geen onbevlekte ontvangenis,
Trots was ze op haar zoon,
Ze voelde zich een soort Maria,
Haar Jozef liet nog even op hem wachten,
Hoewel René niet altijd even werd gewaardeerd,
Was het een soort Jezus, een pionier,
En ging zijn eigen weg,
Soms,
Naïef,
Tegen beter weten in,
En hij gaf,
Veel…
Als god liefde is,
Dan is René liefde op weg naar verlichting…

Bestemming onbekend

Van luier tot tangaslip,
Van piesen op een potje tot je eerste wip,
Leren lopen, vallen, opstaan,
Met wind tegen leren omgaan,
Van godvrezend tot atheïst,
Van tangaslip tot luier,
Het verval kent geen genade,
Het is niet zwart of wit,
Het is grijs waar het hem in zit,
Al is de treurnis nog zo groot,
Een ding is zeker,
Van leven ga je dood.

Herfst

Op deze zonnige ochtend,
Overstemde sombere gedachten,
Het lentegevoel,
Dat wat haar handelsmerk tot nu toe was geweest,
Begon haar te verlaten,
In de herfst van haar leven,
Begon ze aardig wat haar te verliezen,
Gevangene van haar image,
Hofdames en hairstylisten dreef ze tot wanhoop,
Een voor een poogden zij,
Het verwarde haar te temmen,
Tegen beter weten in,
Althans wat er van over was,
Geloofden ze dat het moest lukken,
Borstels en kammen begaven het,
Trix kreeg klachten van depressieve aard,
Gedwongen door haar naasten,
Liet zij zich behandelen,
Er kwam een wijze uit het oosten,
En de oplossing werd gevonden,
Met een hoofddoek,
Zou onze koningin,
Door het leven gaan

ALLAH IS GROOT

Twintig Jaar Tijs

Van koeterwaals tot welbespraakt,
Reeds in de vroege jeugd ‘iets’ aangeraakt,
Billeritsie, boterspritsie,
Op weg naar jouw eigen ster,
Nee, niet van Betlehem,
Die staat te ver,
De dingen doen,
Met de Franse slag,
En lieve Tijs dat mag,
Als een ‘Bon Vivant’ door het leven gaan,
Je niet door tegenslag terneer laten slaan,
Jij leeft jouw leven met jolijt,
En dat is,
Wat je onderscheid van de rest,
Want wat jij kan maken,
Dat kan er geen een,
Schijt aan het gepeupel,
En neem er nog een!

Stamcafé

Als een meubelstuk zit ik…
In een interieur,
Gehuld in rook,
Doordrenkt met kostbaar vocht,
Gevuld met verhalen,
En,
Oeverloos gezwam,
Overstemd door muzikale golven,
En,
Scheurende gitaren,
Als een meubelstuk lig ik…
Temidden van gonzende geluiden,
Welke ik niet kan duiden,
Als een meubelstuk lig ik…

De Dissonant

Geachte menigte…
Gelijkgestemden…
Ik zie u,
U zie ik als gelijke,
Ik verhef mij niet,
Ik verhef mijn stem niet,
Gelijk ook u uw stem niet verheffen moet,
Als gelijken strijden wij,
Helaas is er wellicht iemand in uw midden,
Die zich verheft,
Het verheffen doet geen pijn,
Maar snijdt door de ziel van voormalig gelijkgestemden,
Waarna de dissonant zich weer versmelt met het gepeupel,
Zijn sporen achterlatend op het bloedend hart,
To be be or not to be, that’s the question.

Fata Morgana

Soms ga je voor het ongewisse,
Je ontvlucht de realiteit,
De droom wordt steeds mooier,
Tot dat je ontwaakt,
Soms ga je voor het ongewisse,
De realiteit komt nader,
Je ontdekt dat je niets te zeggen hebt,
Je valt,
Je valt diep,
Je verliest,
Je verliest jezelf,
De euforie was maar even,
De gedachte dat wij,
Samen zouden smelten,
Is verworden tot een fata morgana.